De Vlaamse belastingdienst (Vlabel) publiceerde in een recent standpunt dat de keuze voor het forfait begrafeniskosten niet verenigbaar is met de aanwezigheid van een begrafenisverzekering.
De Vlaamse belastingdienst (Vlabel) publiceerde in een recent standpunt dat de keuze voor het forfait begrafeniskosten niet verenigbaar is met de aanwezigheid van een begrafenisverzekering.
Zoals reeds vermeld in ons artikel van 8 februari 2017 wordt de erfbelasting berekend op het netto actief van de nalatenschap en is het aldus van belang om de begrafeniskosten en de schulden van de erflater correct aan te geven in het formulier van de aangifte van nalatenschap. De erfgenamen hebben hierbij de keuze om de werkelijke kosten aan te geven, dan wel een forfait toe te passen.
Het forfait van de schulden die de erflater op de dag van het overlijden heeft (huishoudelijke schulden, belastingschulden, kosten van de laatste ziekte etc.), werd voor het aanslagjaar 2017 bepaald op € 1.538,10. Was de erflater echter gehuwd onder een gemeenschapsstelsel, dan bedraagt het forfait van deze schulden € 3.076,20.
Het forfait van de begrafeniskosten bedraagt voor aanslagjaar 2017 € 6.152,40. Indien de erflater echter een uitvaartverzekering afsloot, voorziet de wet dat er geen gebruik kan gemaakt worden van dit forfait.
De Vlaamse belastingdienst (Vlabel) publiceerde hieromtrent in standpunt nr. 17060 d.d. 13 november 2017 dat de keuze voor het forfait begrafeniskosten inderdaad niet verenigbaar is met de aanwezigheid van een begrafenisverzekering.
Het standpunt bepaalt dat indien er oorspronkelijk voor het forfait werd gekozen (en ook werd toegepast):
- en er nadien spontaan een begrafenisverzekering wordt aangegeven de verzekeringsuitkering bijkomend zal worden getaxeerd en het forfait begrafeniskosten zal worden geannuleerd;
- en er een verzuim van de aangifte van een begrafenisverzekering wordt vastgesteld, de verzekeringsuitkering bijkomend ambtshalve wordt getaxeerd en het forfait begrafeniskosten zal worden geannuleerd. In dat geval wordt een belastingverhoging opgelegd wegens verzuim.
In beide situaties krijgt de aangever toch nog de kans om de werkelijke begrafeniskosten aan te tonen. De aangever heeft dus niet van deze laatste mogelijkheid gebruik gemaakt in de aangifte van nalatenschap, maar kan dus ook nog in de bijkomende aangifte kiezen voor de opgave van de werkelijke begrafeniskosten. Hierbij maakt Vlabel aldus een uitzondering op haar eerdere stellingname dat de keuze voor het forfait definitief vervalt bij de indiening van de aangifte van nalatenschap. Vlabel preciseert daarbij zelf dat er geen afbreuk wordt gedaan aan de eerder ingenomen standpunten omdat de “keuze” voor het forfait van rechtswege vervalt als er een begrafenisverzekering werd gesloten door de erflater. Het forfait was immers nooit mogelijk in deze situatie, en dit op basis van een wettelijke regel waardoor de initiële keuze vervalt uit kracht van de wet.
Wenst u op de hoogte te blijven? Volg Cazimir op LinkedIn!